Ankers worden altijd toegepast wanneer er veel trekdraagvermogen vanuit de bodem gemobiliseerd moet worden.

Typische toepassingen van ankers zijn bijvoorbeeld verankering van bouwputten of keermuren, fixeren van taludhellingen en bergwanden, verankering van landhoofden en fundatiepoeren van windturbines.

De met hydraulische spanvijzels aangebrachte voorspankracht in de ankerkop word via de vrije ankerlengte naar het groutlichaam geleid en ingeleid in de daar aanwezige dragende bodemlagen. De gegenereerde ankerkracht werkt actief op het groutlichaam en het anker fixeert, zonder verplaatsingen, de betreffende constructie.